|  | |||||
| 
 
 
 Met slimme techniek, teamwork en een lange adem bouwt grasteam Genk stap voor stap aan topkwaliteit. Toen Eddy van Endert zes jaar geleden begon als fieldmanager bij KRC Genk, stond de grasafdeling nog in de kinderschoenen. De trainingsvelden waren zwaar, nat en modderig. In de winter trainde de A-ploeg soms tot aan de enkels in de blubber. 'We zijn van heel ver gekomen,' zegt Van Endert. 'Maar het begint allemaal met het bouwen van een goed team.' 
 
 In de eerste jaren had hij nauwelijks zeggenschap over budgetten of onderhoud. Beslissingen kwamen 'van boven' en de grasploeg werd vooral gezien als uitvoerend. Dat veranderde stap voor stap. Van Endert presenteerde plannen aan het bestuur, onderbouwd met data, kostenplaatjes en vergelijkingen met andere clubs. Zo kreeg zijn team ruimte om keuzes zelf te maken. 'We vragen niets zomaar. We leggen uit waarom het nodig is, tonen de cijfers, en dan komt er vertrouwen. Zo bouw je draagvlak.' 
 Cruciaal in de ontwikkeling was ook de teamsamenstelling. Van Endert zoekt niet per se de beste greenkeeper, maar de beste teamspeler. De ploeg moet flexibel zijn, elkaar opvangen bij ziekte en ook in het weekend inzetbaar zijn. 'Zonder mijn team ben ik niets. Ik heb ideeën, maar zij doen het werk.' De resultaten zijn zichtbaar. De jeugdvelden zijn opgewaardeerd naar topniveau en ook de stadionmat heeft, ondanks uitdagingen, grote sprongen gemaakt. Toch beschouwt Van Endert de nominatie voor de BVO Grasteam Award niet als eindpunt. 'We zijn goed, maar nog niet klaar. Dit is pas het begin van waar we naartoe willen.' 
 Slim bouwen aan sterke veldenDe groei van het grasteam van KRC Genk is niet alleen zichtbaar in organisatie en werkwijze, maar ook letterlijk in de bodem onder het veld. De club investeert de laatste jaren fors in infrastructuur en opbouw van velden. 'Je kunt het beste team hebben, maar als de ondergrond niet goed is, loop je achter de feiten aan,' zegt Eddy van Endert.Het stadionveld krijgt waarschijnlijk in 2027 een grondige renovatie. De bolling — ooit aangelegd om regenwater naar de zijkant af te voeren — wordt drastisch verminderd. Waar nu nog een hoogteverschil van 34 centimeter tussen middenstip en zijlijn zit, wordt dat teruggebracht naar 8 à 10 centimeter. 'Die oude manier van bouwen is achterhaald. Water zakt naar beneden, niet naar de zijkant.' Tegelijkertijd wordt de drainage volledig vernieuwd en aangepast aan moderne standaarden. Ook de randzones worden aangepakt, inclusief nieuw kunstgras rondom. De renovatie is geen op zichzelf staand project. Op de jeugdvelden is de afgelopen jaren al stapsgewijs gewerkt aan modernisering. Ooit waren die velden aangelegd op vettige grond zonder drainage of degelijke sproei-installatie. Nu ligt er overal drainage en beregening, en is de opbouw verstevigd met honderden tonnen zand per veld. 'We hebben die velden als het ware uitgekleed en opnieuw opgebouwd. Dat merk je meteen in de speelkwaliteit en belastbaarheid.' Gravel carpet Daarnaast komt er een nieuw trainingscomplex, waar de drainage volgens de Engelse gravel carpet-methode wordt aangelegd. Deze aanpak zorgt voor een snellere afwatering en een constantere ondergrond. 'Het is een investering, maar wel eentje waar we jaren mee vooruit kunnen.' De uitvoering van dit project is uitbesteed aan het Franse Natural Grass. Het inprikken van de vezels komt bij Grasmax te liggen. Van Endert: 'Voor de toplaag van het nieuwe trainingscomplex gaan we werken met 85% zand en 15% organisch. Dat is iets rijker dan gebruikelijk in Engeland. Vooral omdat we hier minder stikstof en water kunnen geven. Zo creëren we meer vochtvasthoudend vermogen.' Op welke manier we die 15% willen invullen, dus met welke materialen, is nog een punt van discussie. Licht Van Endert benadrukt dat deze infrastructuur de basis vormt voor het werk van zijn team. 'Goede mensen en goede plannen zijn belangrijk, maar zonder een goed veld kun je niet leveren. Dit is de fundering waarop we verder bouwen.' Naast infrastructuur zet KRC Genk volop in op technologie om de kwaliteit van de grasmat te sturen. Verlichting speelt daarbij een sleutelrol. Eddy van Endert werkt met installaties van drie leveranciers: Stogger, Rhenac en SGL. Samen dekken ze ongeveer 3000 vierkante meter van het stadionveld af. Van Endert was wereldwijd de eerste die op grote schaal met Stogger in zee ging. De keuze was bewust: de constructie is licht, goed hanteerbaar en Stogger werkt als een van de eersten in de markt met multispectraal licht. 'Stogger bood voor ons de beste combinatie van technologie en praktische inzetbaarheid,' zegt hij. 'Stogger bood ons drie kleuren aan: Horti White, Red en Far Red. Far Red heb ik om laten zetten naar Blue vanwege het effect op de wortel.' HPSOok Rhenac levert multispectrale units, maar de units van Rhenac zijn in de visie van Van Endert veel lastiger te verplaatsen. De systemen van SGL zijn degelijk, maar beperken zich tot één lichtkleur.In het verleden werkte Genk vooral met HPS-lampen (hogedruknatriumlampen). Die hebben als voordeel dat ze snel effect geven: na drie dagen is de groei zichtbaar. Maar ze stimuleren vooral opwaartse groei en verbruiken relatief veel energie. LED-systemen zijn veelzijdiger: ze sturen niet alleen de lengtegroei, maar ook wortelvorming en horizontale spreiding. Het effect is minder snel zichtbaar — pas na twee à drie weken — maar het resultaat is duurzamer. 'Met LED bouw je aan een sterker veld doorheen het seizoen,' zegt Van Endert. 'Het vraagt wat meer planning, maar op termijn krijg je meer terug.' Als Van Endert nu vanaf het begin zou moeten beginnen, zou hij nooit HPS-lampen meer kopen. Anderzijds wil hij ook geen afscheid nemen van die oude technologie. Vooral door die snelle werking en omdat je al in drie dagen resultaat ziet. Gray LeafWaar verlichting vooral helpt bij herstel en groei, blijft ziektebestrijding een uitdaging. Al vijf jaar heeft Genk 's zomers te maken met gray leaf spot. Een relatief onbekende schimmel die goed gedijt bij warm en vochtig weer en elk jaar rond eind juli de kop opsteekt. 'We weten dat hij komt, de vraag is alleen wanneer en hoe hard hij ons raakt.'Het team heeft de aanpak jaar na jaar aangescherpt: minder water, minder stikstof, kortere bladnatperiodes, ventilatie en gerichte inzet van UVC-licht. Wekelijks sturen ze monsters naar het lab van SGL en STRI. Preventief fungicidegebruik vermijden ze zoveel mogelijk om resistentie te beperken. 'We krijgen het steeds beter onder controle, maar het blijft een gevecht. Je wint het nooit helemaal, je moet het managen. Dit jaar hebben we in België een vijftal clubs last van gray leaf waarvan we het weten. In Frankrijk hebben bijna alle clubs er last van. Bij de vier grote — Paris Saint-Germain, AS Monaco, OGC Nice en het PSG-trainingscentrum — is het gigantisch.' De organisatie achter het veldonderhoud is de voorbije jaren professioneler geworden. Er is wekelijks overleg met de sportieve leiding en er liggen meerjarenplannen die tot in detail zijn onderbouwd met data. Beslissingen over investeringen neemt het grasteam zelf, maar altijd met een duidelijke uitleg richting bestuur. 'Als je kunt aantonen waarom iets nodig is en wat het oplevert, krijg je vertrouwen. Zo is het gegroeid.' Die aanpak vertaalt zich ook in de manier waarop Genk naar de toekomst kijkt. Belangrijk project is de aanleg van het nieuwe trainingscomplex, waar dezelfde veldopbouw en kwaliteitsstandaard komt als in het stadion. Daarmee wil de club alle speel- en trainingsvelden naar één niveau brengen. 'We willen dat onze spelers trainen op dezelfde kwaliteit als waarop ze wedstrijden spelen. Dat helpt de sportieve ontwikkeling én het onderhoud.' Interne organisatieDaarnaast werkt Van Endert verder aan de interne organisatie. Het team bestaat uit vaste krachten, studenten en vrijwilligers. Die laatste groep speelt een belangrijke rol bij wedstrijddagen en onderhoud. 'We hebben geen groot team, maar wel een flexibel team. Iedereen weet wat er moet gebeuren. Dat maakt ons sterk.'Ook de strategische planning reikt verder. Voor 2030 ligt er een duidelijke visie: gefaseerde overstap naar hybride velden, uitbreiding van data-ondersteuning en verdere verduurzaming. 'We blijven investeren in kennis, mensen en infrastructuur. Niet omdat we achterlopen, maar omdat we voorop willen blijven.' De nominatie voor de award past in dat plaatje. 'Het is een mooie erkenning voor het werk dat we samen doen. Maar het verandert niets aan onze koers. We blijven bouwen.' 
 
 
 
 
 Tip de redactie 
 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|  |